top of page
  • Foto van schrijverchristanoteboom

Geroepen... en nu? Emoties in een proces van gehoorzaamheid

Bijgewerkt op: 17 okt. 2022



Hoe is het gegaan? Het is inmiddels een week of twee, drie geleden dat we vertelden over onze overtuiging dat God ons in Noordoost-Groningen wil stationeren. We zijn overweldigd door de reacties die we kregen.


Veel mensen prijzen God, zijn geïnteresseerd en steunen ons op deze nieuwe route. Lieve mensen-van-dichtbij vinden het ook moeilijk dat we zo ver weg gaan wonen. Het niet meer ‘samen in de Naam van Jezus’ op dezelfde plek in de missie van God te kunnen dienen, het niet meer letterlijk ‘schouder aan schouder in Zijn wijngaard’ te kunnen staan, is een pittig proces.


Weer anderen geven aan dat deze nieuwe opdracht van God henzelf aan het denken zet: ‘Wat vraagt God eigenlijk van mij? En zou ik bereid zijn om zo’n stap te zetten?’ We hopen dat we door hen niet op een voetstuk gezet worden, want we zijn net zo gewoon als ieder ander en doen alleen wat ons opgedragen wordt, zoals in Lukas 17 staat:

‘Zo moet ook u, wanneer u gedaan hebt al wat u opgedragen is, zeggen: Wij zijn onnutte dienaren, want wij hebben slechts gedaan wat wij moesten doen.’

‘Hoe gaat het nu met je?’ Ik krijg regelmatig de vraag hoe het nu gaat. Ik zal een poging doen om dit onder woorden te brengen.

  • Disclaimer: dit doe ik niet om extra pastorale aandacht te krijgen – daar ben ik niet mee geholpen . Ik doe dit, om mijn leven met jullie te delen en daar doorheen – hoop ik – God groot te maken.

Dus… hoe gaat het? Ik ervaar deze tijd als héél intensief. Regelmatig lig ik ’s avonds in bed en realiseer ik mij dat ik me net zo voel als in de tijd dat mijn vader overleed. Nee, ik ben niet in rouw. Daar is het wat mij betreft véél te vroeg voor. Ik ben zo dankbaar voor alles wat we hier hebben en ik ga niet rouwen om iets dat ik nog niet kwijt ben.

Geen rouw dus. Maar wel datzelfde gevoel als in tijd van rouw; een gevoel alsof er een stoomwals over mij heen gereden is. Ik leef, maar vergeet van alles. Ik werk, maar concentreren is moeilijk. Ik eet, maar minder dan eerst. Ik slaap, maar ben voortdurend waakzaam.


Leg dat eens uit… Hoe dat komt? Mogelijk doordat we, net als in de periode na iemands overlijden, gewoon heel veel moeten regelen. We zoeken naar een woning in Groningen. Een biedingsproces is héél spannend, ook al weten we 100% zeker dat God voorziet.


Tegelijk moet ons eigen huis in de verkoop. Dat betekent afspraken maken met makelaar en fotograaf. Het huis moet schoon, netjes en afgewerkt zijn. En dat – met ons dynamische en chaotische gezin – net zolang tot iemand besluit het huis te kopen. Dat staat garant voor onrust in het hoofd.


Naast het kopen en verkopen van huizen, komen daar emoties bij. Ik ben erg gevoelig voor wat zich in iemand anders afspeelt, waardoor ik mijn eigen gevoelens automatisch wegdruk. Als ik vaak hoor dat mensen verdriet hebben omdat wij weggaan, ervaar ik hun verdriet – en niet het mijne. Ik voel me schuldig voor hun pijn en moet mijzelf steeds inhouden om me niet te verontschuldigen; het vertrek is niet onze keus, maar een antwoord op iets dat God van ons vraagt. Dit proces maakt me moe en naast de onrust komt er daardoor een extra dot watten in het hoofd bij.


Naast de emoties van de mensen búiten het gezin, heeft met name de jongste bínnen het gezin het erg moeilijk (gehad) met het idee van verhuizen. De oudste twee zien het gelukkig wel zitten, maar hebben te maken met de ‘normale’ uitdaging van weer naar school gaan na de vakantie. Dat kan pittig en onoverzichtelijk voor ze zijn – en de moeite om het tempo op te pakken en bij te benen, zorgt regelmatig voor veel stress. Ik wil onze kinderen hierin opvangen en begeleiden, maar loop daarin ook tegen mijn eigen moeheid aan.


Sandwich-emoties en een stil dorpje Al met al voel ik me dus gesandwicht, als dat al een woord is. Mijn gedachten en gevoelens zijn platgedrukt tussen die van lieve mensen om mij heen; ik kan er niet zo goed bij.

Het kwam éven naar boven toen we in een stil dorpje wat gingen drinken, voorafgaand aan een bezichtiging. Het was er zó stil… uitgestorven bijna. En dan het idee dat alle mensen die ik ken en van wie ik hou, op minstens twee uur rijden daarvandaan wonen. En dat ik dus híér ga wonen. Waar ik niemand ken en ik mijn hele netwerk opnieuw op moet gaan bouwen. Zouden de mensen aardig zijn? Zouden we er vrienden kunnen maken? Of zitten ze daar totáál niet te wachten op weer een paar westerlingen die het zoveelste pand in de regio op komen kopen, met een of ander vaag verhaal over een God die jou niet vergeten is?


Er vormde zich een knoop in mijn maag, die er de hele bezichtiging (en eigenlijk tot nu toe) niet helemaal uit wilde gaan. En eigenlijk… eigenlijk ben ik bang. Bang voor het onbekende. Bang, dat we onze kinderen naar het andere eind van het land meenemen, terwijl we niet weten wat hen (ons) daar te wachten staat.


Bang dus. Maar niet bezorgd. Niet in paniek. Niet in rouw.


‘Die nooit zal laten varen de werken van Zijn handen’ Want God is er. Hij is trouw. Zijn beloften zijn zó groot, en goed, en véél. Hij laat niet los waar Hij aan begint. Beleden we dat niet elke zondag met die oude, statige woorden, vanaf het moment dat onze ouders ons mee naar de kerk namen? De psalm die al met me meegaat sinds mijn doop als kind, zegt het zo:

‘Al steeg ik op naar de hemel, U bent daar; of legde ik mij neer in de hel, zie, U bent daar. Nam ik vleugels van de dageraad, woonde ik aan het einde van de zee, ook daar zou Uw hand mij leiden en Uw rechterhand mij vasthouden.’ – Psalm 139

We gaan dan wel gevoelsmatig naar het einde van de zee, maar we zullen niet alleen zijn. JHWH is erbij. Hij is JHWH Jireh, de God die voorziet. En dat zal Hij doen, zoals Jezus zelf zei in Markus 10:

‘Iedereen die broers of zussen, moeder, vader of kinderen, huis of akkers heeft achtergelaten omwille van Mij en het evangelie, zal het honderdvoudige ontvangen: in deze tijd broers en zussen, moeders en kinderen, huizen en akkers, al zal dat gepaard gaan met vervolging, en in de tijd die komt het eeuwige leven.’

Open hemel Dus nee, ik ben niet bezorgd of in paniek. Eigenlijk gaat het heel goed. Want het is zó bemoedigend om te merken dat de hemel openstaat; dat God zo liefdevol en duidelijk met ons communiceert. Het is zó mooi om een stap in geloof te zetten en te weten dat je een avontuur aangaat sámen met God. Want wat hebben we vaak gezien hoe God aan het werk ging wanneer we Hem gehoorzaamden! Er is weinig mooiers dan te zien wat God aan het doen is in het leven van de mensen om ons heen. En dat is precies wat we in Groningen óók hopen te gaan zien, net als hier in Almere – iets dat we in beide gebieden eigenlijk ook nu al duidelijk zien. Hoe bijzonder is het om te zien hoe groot Gods liefde is, én voor mensen in Almere, én voor mensen in Noordoost-Groningen.


En nu jij En nu jij, lieve vriend(in) hier in Almere. Je hebt gelezen hoe ik me voel. Ik heb gehoord en gevoeld wat jij voelt. Beiden verliezen we iets. Maar we hoeven onze vriendschap niet kwijt te raken. Jij houdt het grootste deel van je netwerk; je zult ons even missen, maar je zult merken dat God voorziet in zoveel méér. Hij is JHWH Jireh, de God die erbij is, die voorziet. Die Naam van God, die we tegenkomen als Abraham de opdracht krijgt om zijn zoon te offeren. Waar Abraham zijn liefste bezit aan God moest geven, was Hij het Zelf die voorzag in iets anders. En was God Zelf niet bereid om Zijn eigen Zoon op te geven voor jou en mij?

Het zou maar zo kunnen zijn dat jij de tekst uit Markus 10 om mag draaien: ‘Iedereen die afscheid moet nemen van een broer of zus of vriend(in) omwille van Mij en het Evangelie, zal het honderdvoudige ontvangen: in deze tijd broers en zussen en vriend(inn)en, al zal dat gepaard gaan met vervolging, en in de tijd die komt het eeuwige leven’.


Wil je wat voor mij doen?

  1. Ik wil je vragen om te vertrouwen dat God Zijn Naam eer aandoet. Hij is JHWH Jireh, de God die erbij is en die voorziet. Ook in jouw leven. Ook in onze gemeente. Als Hij ziet dat het nodig is, zal Hij je nieuwe vrienden geven en nieuwe mensen om (schouder aan schouder) mee samen te werken in Zijn (!) wijngaard. Geniet van die nieuwe kansen, want elk nieuw mens brengt weer iets anders moois met zich mee.

  2. Ik wil je vragen om jouw gevoel van verlies (vooral) met (andere) vrienden en familie uit jouw netwerk te delen. Zij blijven dichtbij, ook als wij ver weg zijn. Zij kunnen hierin meer voor jou betekenen dan wij. Ook krijgen wij zo meer ruimte voor onze gedachten en emoties, wat we nodig hebben om (door) te kunnen gaan.

  3. Daarnaast zou ik je willen vragen of je ons wilt supporten met jouw ongecompliceerde gezelligheid en gebeden. Eigenlijk hebben we dat het hardst nodig!

  4. En ik wil je vragen om ons straks met blijdschap te laten gaan. Als God roept, is (denk ik) vreugde en verwachting op zijn plaats. Ik zou het fijn vinden als we dat kunnen delen, zodat we ons samen kunnen verwonderen over de grote God die wij mogen dienen. Jij op jouw plek, wij op de onze. Tot Jezus komt!

Enneh… we gaan niet naar de andere kant van de wereld. We zullen ons best doen op een gezellige logeerkamer en een goede internetverbinding. Beloofd .


448 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page